Door Maina van der Zwan
Op 22 mei schreef het NRC dat banken, rechters en adviesorganen terecht klimaatalarm slaan. “Als de uitvoerende macht zo evident faalt in een gemeenschappelijke taak zo existentieel als het leefbaar houden van de planeet, is het geoorloofd dat zij tot de orde worden geroepen door de andere machten.” Vier dagen later beval de rechter Shell om haar uitstoot in 2030 met 45% te hebben verminderd ten opzichte van 2019. Dit bevel geldt voor al Shells dochterondernemingen over de hele wereld, voor leveranciers en klanten.
Het is in allerlei opzichten een historische uitspraak. Mensenrechten zijn leidend, bedrijven hebben een verantwoordelijkheid ongeacht de staat van het land waar ze in opereren en die verantwoordelijkheid wordt getoetst aan het beperken van de opwarming tot 1,5 graden. Daarvoor moeten fossiele brandstoffen dus in de grond blijven.
De uitspraak geeft kracht aan de strijd van de klimaatbeweging. Dit is wat we al jaren zeggen, en nu mede dankzij het harde werk van Milieudefensie en haar bondgenoten, is er een juridische doorbraak die de wereldwijde beweging een grotere stok geeft om grote vervuilers mee te temmen en duurzame systeemverandering te versnellen.
Hoe verder na de Shell-uitspraak?
Een ding is duidelijk: wat voor Shell geldt moet voor alle grote vervuilers gelden. Het recht op een leefbare toekomst zou het uitgangspunt moeten zijn van overheidsbeleid, niet de korte termijn winsten van de grote spelers in de chemie, energie, landbouw en luchtvaart. Dat betekent dat er regie vanuit de overheid moet komen. En we moeten investeren in groene banen en eerlijke oplossingen voor iedereen. Die gaan er niet vanzelf komen.
De eerste drie kabinetten onder Rutte hebben continu achter de klimaatfeiten aangelopen. Ze hebben gefaald om zich aan de Urgenda-uitspraak te houden. En ze zijn meer bezig geweest om grote vervuilers te pamperen dan ze aan te pakken en hebben de rekening voornamelijk bij burgers gelegd. Te weinig eigen regie en teveel marktwerking. Met een volgend kabinet Rutte IV zal deze lijn waarschijnlijk worden doorgezet.
Wat betekent dit voor de klimaatbeweging?
1. Druk verder opbouwen. Er is momentum en dat moeten we zien uit te bouwen. Maak de acties die de komende periode gepland staan groot. Doe bijvoorbeeld mee met de fietsacties langs grote vervuilers op 10 juni, de landelijke jongerenstaking op 24 juni en de demonstratie op 25 juni om ABP fossielvrij te krijgen en actie bij de kolencentrale in de Eemshaven op 26 juni.
Organiseer solidariteit met werknemers die strijden voor een rechtvaardige energietransitie zoals bij de Onyx-kolencentrale of voor de verduurzaming van Tata Steel. Met de Klimaatcrisis Coalitie maken we plannen voor het najaar. Waarschijnlijk organiseren we rond de VN-klimaattop in november weer een massaprotest in Nederland.
2. Versterk de lokale coalities én de organisaties binnen de Klimaatcrisis Coalitie. Met het Klimaatalarm hebben we samen 44 lokale coalities opgebouwd. Met het oog op een volgende grote mobilisatie en daarna de gemeenteraadsverkiezingen is het belangrijk dat er een sterke lokale infrastructuur is van organisaties die hun krachten kunnen bundelen. Zorg er voor dat de overlegstructuur tussen die betrokken organisaties blijft bestaan, maar ook dat de organisaties binnen de Klimaatcrisis Coalitie zelf sterker worden. Ben je nog niet aangesloten bij een organisatie? Meld je dan aan. Ben je wel al betrokken? Betrek nieuwe mensen, overleg over jullie strategie en maak plannen voor na de zomer.
3. Zet rechtvaardigheid centraal. Alleen met een eerlijke verdeling van de lasten, krijgen we iedereen mee. Met de Shell-uitspraak ligt de nadruk op het verminderen van broeikasgassen en hoe dat technisch gehaald kan worden. Maar of dat gaat lukken, staat of valt met het draagvlak daarvoor. Als de rekening bij burgers en kleine bedrijven blijft liggen, en het klimaatakkoord top-down wordt doorgedrukt, dan zal de weerstand groeien.
De klimaatbeweging zal daarom nog meer moeten hameren op rechtvaardigheid. Dat betekent vaste, groene banen voor mensen die hun werk verliezen in de fossiele sectoren, geld voor omscholing, de grootste vervuilers de zwaarste lasten laten betalen, verantwoordelijkheid nemen voor klimaatschade buiten de grenzen, een transitie die ongelijkheid bestrijdt en meer democratische invloed van burgers op hoe de energietransitie eruit ziet. Hoe meer dat ons verhaal wordt, hoe meer mensen we kunnen winnen om zich in te zetten voor een leefbare toekomst.